Beer can burger

BBQ aansteken
Steek de barbecue aan en richt deze in met twee zones: een directe zone (boven de kolen) en een indirecte zone (ernaast, of op de kamado met een half moon platesetter). Zorg voor een stabiele keteltemperatuur van 160–170 °C.

Gehakt voorbereiden
Meng de dry rub door het rundergehakt. Verdeel het mengsel in vier gelijke ballen (±250 gram per stuk) en leg ze op een snijplank. Maak het bierblikje of flesje grondig schoon, want dat gebruik je als vorm.

Burgercups vormen
Druk met de onderzijde van het bierblikje in het midden van een gehaktbal en vorm het vlees eromheen tot een diepe kuil. Laat het blikje even zitten terwijl je werkt, zodat de vorm stevig blijft.

Omwikkelen met spek
Wikkel rond elke gevormde burger 2 tot 3 plakken ontbijtspek, strak rondom het gehakt. Verwijder daarna voorzichtig het blikje. Je hebt nu een stevige, holle burger die klaar is om gevuld te worden.

Vullen van de burgers
Schep een eerste laag roomkaas in de holte. Vul aan met Italiaanse roerbakgroenten, druk licht aan, en herhaal met nog wat roomkaas en groenten. Vul ze niet te vol – houd een klein randje vrij voor de cheddar later.

Indirect garen (±50 minuten)
Plaats de gevulde burgers op het indirecte gedeelte van je rooster – dus niet boven de kolen. Sluit het deksel en laat ze ongeveer 50 minuten garen, of tot de vulling goed warm is en het spek begint te kleuren. Dit voorkomt dat de buitenkant verbrandt terwijl de binnenkant nog niet gaar is.

Cheddar toevoegen (laatste 10 minuten)
Leg op elke burger een plak cheddar smeltkaas. Sluit opnieuw het deksel en laat de kaas in 10 minuten mooi smelten in de indirecte zone.

Optioneel: kort afgrillen (directe zone)
Wil je het spek extra krokant of een mooie korst onderop? Verplaats de burgers dan kort naar de directe zone en gril ze 1–2 minuten. Let op: alleen doen als de burgers al gaar zijn en de kaas gesmolten is.

Serveren
Haal de burgers van de BBQ en serveer direct. Op een stevig broodje, of gewoon zo – ze zijn machtig genoeg van zichzelf.